Stap 1: Uitzoeken
1.1 Bepaal of er uitgaven zijn voor inkomensvoorzieningen
Het belastbaar inkomen kan verlaagd worden met uitgaven die uw cliënt en eventueel de fiscale partner hebben, voor bijvoorbeeld premies voor levensverzekeringen of stortingen op een spaardeposito die zorgen voor extra inkomen bij pensioen of arbeidsongeschiktheid.
Meer informatie vindt u op lijfrente (opent in nieuw venster) en voorwaarden voor lijfrenten (opent in nieuw venster).
Meer informatie over aftrek premies arbeidsongeschiktheidsverzekering vindt u op arbeidsongeschiktheidsverzekering (opent in nieuw venster) en Welke premies mag u niet aftrekken? (opent in nieuw venster).
1.2 Bepaal of er uitgaven zijn voor persoonsgebonden aftrek
Uw cliënt en eventueel de fiscale partner kunnen ook uitgaven hebben met betrekking tot persoonsgebonden aftrekposten. Dit zijn zorgkosten, betaalde partneralimentatie, giften en kosten voor het tijdelijke verblijf thuis van ernstig gehandicapte personen.
Zorgkosten kunnen onder bepaalde voorwaarden worden afgetrokken, meer informatie vindt u op Voorwaarden aftrek zorgkosten (opent in nieuw venster). Welke zorgkosten aftrekbaar zijn vindt u op Overzicht aftrekbare zorgkosten 2024 (opent in nieuw venster). En kijk ook op Voor wie mag u zorgkosten aftrekken (opent in nieuw venster).
Alleen zorgkosten boven een bepaald drempelbedrag zijn aftrekbaar. Meer informatie vindt u op Drempelbedrag specifieke zorgkosten 2024 (opent in nieuw venster).
Door de aftrek van specifieke zorgkosten kan de belasting die uw cliënt moet betalen, lager zijn dan het bedrag aan heffingskortingen. In dit geval kunnen wij een tegemoetkoming specifieke zorgkosten toekennen. Meer informatie vindt u op Tegemoetkoming specifieke zorgkosten (opent in nieuw venster) en Voorwaarden tegemoetkoming in de specifieke zorgkosten (opent in nieuw venster).
Als het drempelinkomen van uw cliënt lager is dan een bepaald bedrag kunnen de specifieke zorgkosten verhoogd worden. Meer informatie vindt u op Verhoging specifieke zorgkosten (opent in nieuw venster). Het percentage van de verhoging specifieke zorgkosten is hoger als uw cliënt op 1 januari van het betreffende jaar de AOW-leeftijd heeft bereikt.
Meer informatie over de voorwaarden voor verschillende zorgkosten die uw cliënt kan aftrekken vindt u op de volgende pagina’s:
Zorgt uw cliënt voor bijv. een kind, broer of zus die gewoonlijk in een instelling voor langdurige zorg verblijft, dan kan uw cliënt hiervoor onder bepaalde voorwaarden kosten aftrekken. Meer informatie vindt u op Kosten tijdelijk verblijf thuis van iemand met een ernstige handicap – wat mag ik aftrekken? (opent in nieuw venster).
Een andere persoonsgebonden aftrekpost is de betaalde partneralimentatie. Partneralimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud aan de ex-partner. Meer informatie vindt u op Partneralimentatie betalen voor uw ex-partner (opent in nieuw venster).
Giften kunnen ook onder bepaalde voorwaarden worden afgetrokken. Een gift is een schenking aan een goed doel waar geen tegenprestatie tegenover staat. Meer informatie vindt u op Ik geef aan een goed doel – mag ik mijn gift aftrekken? (opent in nieuw venster), Geld aan een goed doel aftrekken? Controleer of het om een ANBI gaat (opent in nieuw venster) en Periodieke giften en gewone giften. Wat is het verschil? (opent in nieuw venster).
Doet uw cliënt vrijwilligerswerk voor een ANBI en ziet uw cliënt van de vergoeding af, dan is dit een gift aan de ANBI. Maakt uw cliënt kosten voor een ANBI, dan mogen deze onder bepaalde voorwaarden worden afgetrokken. Lees meer op Ik doe vrijwilligerswerk voor een ANBI en krijg daarvoor geen vergoeding – wat mag ik aftrekken? (opent in nieuw venster) en Ik maak kosten voor een ANBI en krijg daarvoor geen vergoeding – wat mag ik aftrekken? (opent in nieuw venster).
Uw cliënt kan verder een restant persoonsgebonden aftrek vorige jaren hebben (opent in nieuw venster). Lees meer over Welke aftrekposten horen bij uw restant persoonsgebonden aftrek? (opent in nieuw venster).
Volgende:
Stap 2: Invullen